Miljarden EU-geld op het spel door zzp'ers Nederland

Nederland heeft in vergelijking met andere EU-landen een relatief hoog aantal zzp’ers. Dit komt onder andere door fiscale voordelen voor zelfstandigen, de flexibilisering van de arbeidsmarkt (sinds de jaren 2000), en kostenbesparing voor bedrijven die liever zzp’ers inhuren dan personeel in vaste dienst nemen. Ook de zwakke handhaving van schijnzelfstandigheid speelt hierin een rol.

Volgens cijfers van het CBS (2024) telt Nederland zo’n 1,2 miljoen zzp’ers, wat neerkomt op ongeveer 12 à 13% van de beroepsbevolking. Daarmee behoort Nederland tot de landen met het hoogste aandeel zelfstandigen binnen de EU. Nederland heeft in het kader van het EU-herstelfonds (NextGenerationEU) recht op maximaal € 5,4 miljard aan subsidies en leningen, net als andere lidstaten.

De eerste tranche van € 1,3 miljard werd in mei 2024 aangevraagd en goedgekeurd. Vervolgens is in december 2024 de tweede tranche ingediend; deze werd in maart 2025 officieel goedgekeurd door de Europese Commissie en de Raad van de EU, waarna begin april 2025 € 1,2 miljard is uitbetaald. In totaal heeft Nederland daarmee inmiddels circa € 2,5 miljard ontvangen.

Een derde tranche, ter waarde van ongeveer € 1,4 miljard, staat gepland voor het tweede kwartaal van 2025. De resterende bedragen volgen in 2026, mits Nederland de afgesproken hervormingen en investeringen tijdig en volledig doorvoert.

Aan deze betalingen zijn echter strikte voorwaarden verbonden. Nederland heeft in zijn nationale herstelplan beloofd om een aantal structurele problemen aan te pakken, waaronder de hoge mate van schijnzelfstandigheid en de flexibilisering van de arbeidsmarkt. Volgens de afspraken met Brussel moeten uiterlijk voor 1 juli 2026 concrete maatregelen zijn genomen om de arbeidsmarkt duurzamer en evenwichtiger te maken.

Voert Nederland deze hervormingen niet door, dan riskeert het een verlies van miljarden euro’s aan subsidies uit het EU-herstelfonds. Dit geld is dus geen "lening van andere landen", maar een deel van het gezamenlijke Europese hulpprogramma. Toch is het zo dat lidstaten elkaar indirect garant staan voor het fonds. Als Nederland niet levert, zal dat tot politieke en financiële frictie leiden binnen de EU.

(Bron: ec.europa.eu, www.rijksoverheid.nl)